Maart 2015

Schermafdruk 2015-03-16 15.07.58
 
Als er iets is waar de moderne samenleving het moeilijk mee heeft, dan is het wel het omgaan met verschil. We willen liever geen verschil. 
 
Alles wat anders is, willen we het liefst normaliseren; integratie heet dat.  En als we wel diversiteit willen, proberen we dat te forceren en in te passen, bijvoorbeeld via wetgeving of beloftes om glazen plafonds te doorbreken. In de politiek en in de beleidswereld wordt steeds het verkeerde geproblematiseerd.
 
In de Joodse filosofie, zoals bijvoorbeeld bij Emmanuel Levinas en Martin Buber, is het omgaan met verschil niet een kwestie van integreren, maar juist het tegenovergestelde: dat de ander anders is, dat ik de ander niet kan reduceren tot mijn sociale beelden, is het begin van de ethiek. Daarom moet dat wat anders is juist anders blijven; er schuilt goedheid, schoonheid en waarheid in het andere.
Iemand die in een andere cultuur terecht komt, heeft vanzelf een sociale achterstand. Hij begrijpt de gebruiken (nog) niet, de omgangsvormen zijn anders, er is een ander ideaal met betrekking tot succes, et cetera. De kunst van beleid en politiek is dan ook niet om sociale achterstand te benadrukken, als iets dat ‘ingehaald’ moet worden, maar juist om de voorsprong in anderen te ontdekken en in het licht te zetten.
 
De zorg is hiervoor een uitstekende broedplaats. Juist in de zorg gaat het van meet af aan over naastenliefde en barmhartigheid; een kwetsbare mens in nood vraagt om hulp. Om de ander te helpen moet je diegene ‘naasten’, het werkwoord van naastenliefde.
Naasten betekent: vooroordelen en protocollen opschorten om in die ene unieke situatie hulp te kunnen bieden. Om dit te kunnen doen, moet ik nieuwsgierig worden naar het unieke in de ander; haar levenswijze, persoonlijke geschiedenis, et cetera. Naasten is het tegenovergestelde van iemand in een keurslijf duwen. Dit is de grote uitdaging in de zorg, maar ook dat van de samenleving als geheel.
 
Juist in de zorg kunnen we daarom goed oefenen met naasten, omdat zorgzaamheid en kwetsbaarheid universeel zijn. Ga op zoek waar vreemden goed in zijn, naar dat wat samenbindt. Denk aan het inzetten van verstandelijk gehandicapten in de psychogeriatrische zorg of immigranten uit andere culturen eten laten bereiden in verzorgingshuizen samen met bewoners. Maak er een feestje van dat we uit zo veel verschillende bronnen kunnen putten om goede zorg te leveren.
De decentralisatie, de wens om een ‘participatiesamenleving’ te worden, is een mooie kans om ons aan de diversiteit op te trekken. Juist in de participatiebeweging ontdekken we dat zorgzaamheid niet vooral een techniek is, zoals bijvoorbeeld in acute ziekenhuishulp, maar een vorm van 'naasten'.
En dat kan iedereen. Het is een kans om nieuwe vormen van verwantschap te creëren. Dit lukt alleen als we de voorsprong die anderen op ons hebben in het licht zetten. Een voorsprong omdat ze al iets ontdekt hebben waar wij nog niet aan zijn toegekomen, of omdat ze iets beschermd of behouden hebben wat wij hebben verloren.
 
Deze oriëntatie op voorsprong moet wel betekenen dat we de zogenaoemde achterstand met rust laten. Het probleem is niet dat immigranten sociale achterstanden hebben; het probleem is niet dat er leerlingen zijn met leerachterstanden; het probleem is niet dat er te weinig vrouwen in raden van toezicht zitten.
 
Het probleem is . . . . . lees verder op Skipr
tweet