De Stedelijke Alliantie Interculturalisatie krijgt in April 2015 een eigen website met daarop nieuws, de agenda, berichten uit de deelnemende organisaties en verslagen van de bijeenkomsten die hebben plaatsgevonden. Organisaties worden uitgenodigd nieuwsberichten te sturen naar de site, zodat ook daar kennis genomen kan worden van ontwikkelingen. De site is gefinancierd door de gemeente Den Haag.
Mensen zijn heel verschillend. En dat maakt onze maatschappij rijk. Wat is er mooier dan op straat of op het terras eens rustig te kijken wie er allemaal langs lopen? Of in een gesprek met mensen te horen wat hen zoal bezighoudt?
Verrassende gesprekken zijn dat vaak. Mensen die ergens vol van zijn en daar vol vuur en passie over kunnen vertellen. Of hun diepste drijfveren in kunst uitbeelden. Weer anderen gaan helemaal op in hun werk, omdat ze doen waar ze ten diepste in geloven.J
uist die diversiteit aan mensen maakt de samenleving waardevol. We kunnen leren van elkaar en onze talenten gebruiken om bij te dragen aan de maatschappij. Diversiteit is een voorwaarde voor een rijke samenleving. Alleen daardoor kunnen we ons ontwikkelen. En kunnen we in co-creatie met elkaar tot nieuwe ideeën en inzichten komen.
Mensen met zorg en ondersteuning hebben ook hun eigenheid. Zij zijn onderdeel van de samenleving. En hebben een schat aan kennis en ervaring. Ze willen die inzetten vanuit hun eigen waarden en drijfveren. Voormalig LOC-directeur Yvonne van Gilse heeft hier namens LOC een prachtige bijdrage over geschreven in het boek Voor(t)gaan in verandering'. Voor Yvonne voelde het als haar persoonlijke opdracht om ‘Waarde-volle zorg’ uit te dragen. Na haar overlijden voelt het als een opdracht om verder te brengen wat zij ons vanuit haar visie en betrokkenheid heeft meegegeven.
Mensen bloeien inderdaad op als zij van betekenis zijn voor zichzelf en voor anderen. Zoals de ggz-cliënt die ik laatst sprak. Ze heeft één uurtje begeleiding in de week om haar leven op orde te houden. Daardoor is ze in staat om de rest van de week mensen te helpen met hun computer en eenzame ouderen te bezoeken. Een mooi voorbeeld van wederkerigheid: zorg ontvangen, maar ook zorg mogen geven op een passende manier. Hoe dat er uit ziet verschilt van persoon tot persoon. Want ieder mens is anders en heeft zijn eigen waarden en drijfveren. Culturele aspecten spelen daarbij een rol. Maar binnen culturen zijn mensen ook weer verschillend.
Steeds zichtbaarder is dat er een gapend gat zit tussen de leefwereld van mensen en de manier waarop we onze maatschappij organiseren. De zorg is daar een heel duidelijk voorbeeld van. In gesprekken met mensen die zorg nodig hebben en mensen die zorg verlenen, hoor ik steeds meer vervreemding. En dat is logisch: beleid en praktijk zijn haast twee werelden geworden.
Veel is in regels, protocollen, richtlijnen en wetten gevat. We doen of ieder mens hetzelfde is en stoppen mensen in de dwangbuis van wetten. Ook gemeenten hebben die neiging. Wat zij integraal noemen, gaat alleen over de wetten die onder hun verantwoordelijkheid vallen. Dat is wat anders dan het leven van mensen. Een mensenleven bestaat niet uit schotten en wetten. Mensen hebben een vraag en zoeken daar een antwoord op. Bovendien staan instituten op een steeds grotere afstand van mensen. De oude onderlinge verzekering is een groot anoniem instituut waar niemand meer een band mee voelt. Zorgorganisaties hebben oorspronkelijk hun wortels in de lokale samenleving, maar zijn ook vaak instituten geworden waar mensen weinig gevoel bij hebben.
Dat kan anders. En zo moeilijk is het niet. Het vergt wel dat we met elkaar scherpe keuzes maken om anders te organiseren. Als we werkelijk vinden dat ieder mens van waarde is, dan is dat het uitgangspunt bij de inrichting van onze maatschappij. En bij de keuzes die we maken. Zo zal de Tweede Kamer moeten kiezen om de mens werkelijk centraal te stellen. Bijvoorbeeld door persoonsvolgende financiering in te voeren. En bij incidenten ruimte te geven in plaats van nieuwe controle en regels in te voeren. Ook als dat bestaande machtsstructuren aantast. Bij zorgorganisaties kan het anders organiseren vanuit de vraag: van wie zijn wij eigenlijk? Van het bestuur of van de cliënten? Bij gemeenten door na te denken hoe zij maximaal kunnen aansluiten bij de behoeften van hun burgers. Bij ons allemaal door . . . . . lees verder op Skipr
Is het belangrijk de stem van ouderen goed te laten doorklinken naar de stad en naar beleidsmakers? En wie zijn ouderen tegenwoordig? Hoe houdt je alle ontwikkelingen nog bij en hoe zorg je dat je het geluid van de brede stad laat klinken en niet van enkele ouderen? En waarover dan en hoe kan dat op een goede en effectieve manier? Die vragen stelde de Stedelijke Ouderen Commissie (SOC). Door als verkenner op te treden en met veel mensen in de syad te spreken en ook eigen deskundigheid en ervaring te gebruiken komen we tot een advies. Een mooie opdracht.
De afgelopen weken is weer eens gebleken hoe belangrijk goed samenleven en verbinding zijn. Dat geldt ook voor het gevoel erbij te horen en aansluiting te kunnen vinden in een wereld waarin mensen met zoveel verschillende achtergronden het met elkaar moeten kunnen vinden.
We zijn op harde wijze geconfronteerd met de vraag wat het risico is van vervreemding, zich afsluiten en de ander als ‘de vijand’ gaan zien. We zijn flink wakker geschud en velen vragen zich af wat hun rol hierin is. Ook mensen in de gezondheidszorg. Ik denk dat de gezondheidszorg in het vraagstuk van verbinden, tweedeling bestrijden en goed samenleven heel veel kan betekenen.
Dat kan allereerst door het bieden van inclusieve zorg. Iedereen komt bij de dokter, het buurtteam of in het ziekenhuis, maar een deel van de bevolking herkent zich nog steeds onvoldoende in de geboden zorg en ondersteuning of voelt zich onvoldoende gehoord. Dat verbeteren is essentieel en in mijn ogen een enorme investering in gelijkwaardige relaties en wederkerigheid in de samenleving. Daarin kunnen we in de gezondheidszorg een verschil maken. Dat geldt ook voor onderwijs en andere sectoren: alert zijn op uitsluitingsmechanismen want die hebben grote gevolgen.
Het tweede waar ik aan denk, is aan de grote gezondheidsverschillen tussen hoog- en laagopgeleiden en migranten en autochtone Nederlanders. Veel laagopgeleide mensen en migranten kampen met een forse achterstand in gezondheid, de harde cijfers daarover zijn alom bekend.
Dit heeft grote invloed op het vermogen actief deel te nemen aan de samenleving. Gezondheid . . . . . lees verder op Skipr
This week a delegation from Shandong Province Elderly committee visits The Netherlands, policymakers for local elderly care and pension insurance. The purpose of their visit is to learn more about the Dutch elderlycare- and pension insurance system. The delegation is guided by Jennifer Zhang. On tuesday we gave lectures about the changes in The Netherlands and the effects on elderly care and the pension insurance system. Developments in our country are very interesting for an aging China. The delegation will also visit Talant in Friesland.
We staan voor een deksels moeilijke opgave. Hoe maken we een eind aan het schrijnend onrecht dat mensen met een laag inkomen en weinig opleiding zeventien jaar eerder gezondheidsklachten krijgen en zeven jaar eerder sterven dan hoogopgeleiden?
Er is geen begin van een oplossing zolang de mensen die het beleid maken ver verwijderd zijn van de mensen waar het over gaat. Het SCP bevestigde onlangs dat het totaal gescheiden werelden zijn.
De beleidsmakers hebben dus goed gezorgd voor hun eigen habitat, meer gezonde jaren en een veel langer leven, maar slagen er onvoldoende in de achterstand van mensen met lage sociaal economische status (SES) te verkleinen.
Onlangs promoveerde Jill Bindels in Maastricht. De titel van haar proefschrift is Caring for community-dwelling frail older people. Een van de stellingen die zij in het proefschrift verdedigt, is: “het betrekken van ouderen bij de ontwikkeling en uitvoering van onderzoek leidt tot relevantere onderzoeksvragen en resultaten.” Mooi dat dat nog eens wetenschappelijk onderbouwd wordt.
Deze stelling dwingt de beleidsmakers erover na te denken hoe ze ouderen bij onderzoek en beleid kunnen betrekken. Als je het doet, levert het winst op, dat staat vast. Maar het is vooral de vraag hoe . . . . lees meer op Skipr
Diversiteit is al jarenlang actueel in Amsterdam. Je kunt je afvragen of het nog nodig is om daar expliciet aandacht aan te besteden. De campagne bij Vreugdehof bewijst van wel.
Wat zijn wij trots, we hebben een prijs gewonnen! Vreugdehof, een woonzorgcentrum van Amstelring, is de winnaar van de Diversiteitsaward 2014 van SIGRA. Voor de campagne hebben diverse medewerkers zich laten interviewen over het thema discriminatie. Ze zijn op de foto gezet en overal in Vreugdehof hangen hun posters. De medewerkers geven daarop in enkele zinnen hun belevenis of ervaring weer met discriminatie en daar word je dan wel heel stil van.
Op een van de posters zegt medewerker Antoinette het volgende: “Laatst zei een bewoonster dat ze door een ‘zwartje’ was geholpen. Deze omschrijving van mijn collega vind ik ongepast en denigrerend!”
Meredith onder haar portret.“Soms voel ik me gediscrimineerd. Als een familielid een vraag heeft, mij ziet, maar dan vervolgens op zoek gaat naar een witte collega. Ik voel me dan genegeerd, en denk dat dit door mijn huidskleur is.”
Maar er zijn ook berichten met hoop, zoals van Imam. “In Vreugdehof heb ik mij niet gediscrimineerd gevoeld. Ik draag geen hoofddoek. Ik heb familie en vrienden die een hoofddoek dragen. Zij zeggen dat ze wel gediscrimineerd worden.”
Zo zijn er nog zes posters met klinkklare taal en schitterende portretten. De postercampagne maakt zeer veel los in het huis door de onverbloemde manier van uitbeelden. Medewerkers, familie en bewoners zijn met elkaar in gesprek. Lastige thema’s worden tastbaar en toegankelijk.
In het boek Voor(t)gaan in verandering, staan interviews van Thijs Vink en Jan Booij met bestuurders in de ouderenzorg. Lezen van het boek geeft mij . . . . lees meer in Skipr
Ook bij de overheid moet meer aandacht zijn voor cultuursensitiviteit. En dan niet alleen op papier.
Het is al weer een paar maanden geleden dat het boek Voor(t)gaan in Verandering is gepubliceerd. Het is goed om te merken dat de oplage van 1.500 stuks binnen een mum van tijd op was en dat er vraag was naar meer. Dat betekent dat het boek, maar vooral de boodschap die het uitdraagt, ertoe doet. Er is veel belangstelling voor. Dat is ook logisch wat mij betreft.
Cultuursensitieve organisaties zijn een must, organisaties die de verbinding maken met de veranderende samenleving. Zeker in de grote steden is de bevolkingssamenstelling zeer divers van aard. Al die mensen maken al geruime tijd onderdeel uit van onze samenleving en draaien in alle opzichten volop mee.
Bij het meedoen in de samenleving gaat het niet alleen om de dagelijkse gang van zaken, maar ook om de toegankelijkheid en het bereik van publieke instellingen. De Agenda Integratie van begin 2013 zegt daar het volgende over. "Organisaties in de publieke sector moeten in staat zijn het hoofd te bieden aan de vraagstukken die voortkomen uit een divers samengestelde bevolking en achterblijvende integratie (…) Het Kabinet vindt het van belang dat dit wordt verbeterd.” De beide bewindslieden benadrukken dat nogmaals in het voorwoord.
Het boek gaat over leiderschap dat nodig is om het hoofd te bieden aan vraagstukken die voortkomen uit een divers samengestelde bevolking en achterblijvende integratie. Rekening houden met wensen en behoeften van klanten, of dat nou klanten zijn van beleid of klanten in de zorg, moet uitgangspunt zijn van handelen. Cultuursensitieve zorg houdt rekening met die diverse wensen van de klant en draagt bij aan integratie en burgerschap. Het mes snijdt zo aan twee kanten. Ik heb veel waardering voor de zorgbestuurders die in het boekje zijn geïnterviewd. Zij hebben die boodschap begrepen en dragen die actief uit. Zij tonen dat leiderschap.
Van de zijde van de rijksoverheid hebben de ministeries van SZW en VWS die gecombineerde boodschap ook opgepakt. Het initiatief tot het boekje is gekomen vanuit de wens van VWS . . . . lees meer op Skipr
Diversiteit? Daar doen we al jaren van alles aan en bij ons is het geen probleem. Klaar, volgende onderwerp.
Zo gaat dat bij menig manager/bestuurder. Even wat cijfers: in Nederland is 3,3 procent van de bevolking van niet-Nederlandse afkomst. In Utrecht, waar ik werk, is dat zelfs 12 procent en dit gaat sterk stijgen.
Als u het percentage van uw eigen omgeving op u laat inwerken en dat afzet tegen uw organisatie, krijgt u een scherp beeld van wat u te doen staat. Ziet u deze aantallen al representatief terug in uw bewoners- of cliëntenbestand? In uw managementopbouw en ook in uw bestuur en raad van toezicht? Het beantwoorden van de vragen geeft zicht op uw eigen agenda rond dit onderwerp.
Cultuursensitieve zorg is onontkoombaar en geen onderwerp voor aan de zijlijn. Het vraagt om directe sturing. De grote beleidsvoorstellen staan inmiddels in de kast en de kwestie is nu veel meer om als bestuurder voor(t) te gaan in verandering om daadwerkelijk een cultuursensitieve organisatie te worden.
Als u als bestuur en toezicht het onderwerp zélf beetpakt, werkt dat versterkend. Ga in uw hele organisatie, van bewoner tot medewerker, het gesprek aan over hoe mensen diversiteit vormgeven. Wie praat erover en hoe zichtbaar ben je als organisatie actief met dit thema bezig? Wat zijn de issues? Welke ideeën en wensen leven er? Zijn er belemmeringen?
We hebben in mijn organisatie samen met cliënten en medewerkers een boekje over onze Kleurrijke zorg gemaakt. Daarin is verwoord wat voor ons belangrijk is, wat wij mooi vinden, maar ook wat als lastig wordt ervaren. Dat boekje hebben wij alle cliënten/bewoners en medewerkers toegestuurd. Het dient als basis om samen het gesprek aan te gaan. Daarna hebben wij studiemiddagen georganiseerd.
Door het zo direct te doen en als bestuurder het debat te trekken, wordt het ook belangrijk voor de gesprekspartners in de organisaties. We hebben eerder al een platform Kleurrijke zorg opgezet, met alleen medewerkers met een migrantenafkomst. Met hen bespreek ik als bestuurder hoe medewerkervriendelijk wij vanuit deze invalshoek zijn. Maar ook: hoe vriendelijk zijn wij voor onze migranten cliënten/bewoners.
Tijdens studiedagen vertellen medewerkers wat ze meemaken en ervaren rond interculturaliteit. Hoe reageren collega’s en hoe cliënten? In wat voor spagaat . . . . . . lees verder op Skipr
Raar genoeg is het nadeel van diversiteitsdenken dat we gaan generaliseren. We moeten iets doen voor dé groep Indische bewoners, bij hét Antilliaans personeel werkt het anders, de zorgconsumptie bij Turkse mensen is niet vergelijkbaar met die van dé autochtone bevolking.
Het zijn generalisaties, terwijl we weten dat er binnen die groepen ook weer allerlei subgroepen zijn en ieder mens weer anders is met een geheel eigen levensloop. Er zijn daarnaast aanzienlijke genetisch gedetermineerde verschillen in het beloop van ziekten en aandoeningen bij verschillende groeperingen, met daarbinnen weer een forse variatiebreedte. Maar wat houdt ‘cultuursensitief’ dan in en hoe kun je het concreet maken zonder in clichés te vervallen?
Het tweede voorbeeld komt uit mijn werkomgeving. Toen ik met een collega van Surinaamse afkomst sprak over wat we in de zorg aan diversiteit moeten doen, zei ze: ‘je moet niet iets speciaals doen, maar doen wat voor iedereen geldt: ingaan op de eigenschappen en wensen van iemand en proberen te begrijpen hoe die in het leven staat’.
Het derde voorbeeld komt van Mohammed Benzakour, naast publicist en dichter ook auteur van het boek Yemma. In een presentatie die ik bijwoonde, vertelde hij over de wederwaardigheden van zijn moeder in de Nederlandse zorg. Eten wat de Hollandse pot schafte, deed haar geen goed. De kinderen besloten voor haar Marokkaans te koken en de maaltijden mee naar het verpleeghuis te brengen om ze daar in het restaurant op te eten. Dat mocht niet. “Als iedereen hier zijn eigen eten meebrengt…. Nee, we kunnen voor u geen uitzondering maken.” In de zomer ‘mochten’ ze buiten eten. In de winter vonden ze, tot ze ontdekt werden, in een magazijn in het souterrain een plekje om met elkaar van de heerlijke Berber-hapjes te genieten.
Wat leren deze voorbeelden mij? . . . . . lees verder op Skipr
In het voorwoord van het boek voor(t)gaan in verandering roepen de bewindslieden Van Rijn en Asscher zorg- en welzijnsorganisaties op om vaart te maken met cultuursensitiviteit.
ActiZ heeft een aantal jaren heel actief programma’s op dit gebied uitgevoerd, en daarvan zijn de resultaten in de afgelopen jaren ook gepresenteerd. Mooie resultaten, dat zeker, maar we zijn er nog niet.
Elkaar kennen en rekening houden met elkaar ligt aan de basis van cultuursensitieve zorg en samenwerking. Beter gezegd, dat ligt aan de basis van goede zorg, want het is belangrijk dat we ons verdiepen in alle cliënten, anders kun je je werk niet goed doen. Het gaat niet alleen om cliënten, maar ook om elkaar kennen als collega’s: weten wat iemand beweegt en waarom hij of zij doet wat hij doet, leidt tot beter begrip voor elkaar. En zo kunnen mensen elkaar beter aanvullen in het werk.
De visie van ActiZ is dat de cliënt zelf zeggenschap krijgt en regie heeft over zijn leven en zijn zorg – voor zover hij daartoe in staat is natuurlijk. Dat betekent onder andere dat zorgorganisaties nog meer moeten inspelen op de wensen en behoeften van cliënten. Logischerwijs betekent dat ook dat zij dan rekening houden met de culturele achtergrond van de cliënten, of zij nu Grieks of Turks of Nederlands zijn, , of zij uit de Schilderwijk in Den Haag komen of uit het Gooi. En niet als groep, maar als individu.
In de omslag naar cultuur sensitieve zorg zijn nog wel wat slagen te maken. Er is nog vooruitgang nodig op gebied van luisteren en elkaar kennen. Ook voorbij het persoonlijk niveau is nog veel te winnen. We zijn nog teveel geneigd te denken in doelgroepen en diensten. Daarmee blijf je werken vanuit het huidige systeem, een systeem dat nog onvoldoende rekening houdt met individuele wensen en maatwerkoplossingen.
Om uit de systemen te breken zijn wil en overtuiging nodig. Er is leiderschap nodig vanuit verantwoordelijkheid voor kwaliteit van zorg, voor aansprekend werk voor medewerkers en een toekomst voor de organisatie. Ik zie . . . . . lees verder op Skipr
Politici in Amsterdam en Rotterdam weten dat de toekomst van de grote stad valt of staat met het wel en wee van alle stedelingen. Op departementen maak je kort door de bocht gezegd overdag beleid. Na werktijd is de werkvloer het domein van diverse culturen.
“Ik woon zelf in het Statenkwartier in Den Haag en ik kom bijvoorbeeld nooit in de Schilderswijk, de wijk bij uitstek waar mensen met veel verschillende achtergronden wonen.” En “Ik ben zelf een representant van de witte upperclass en maak de interculturele samenleving niet mee in mijn dagelijks leven.”
Een paar citaten uit het recent verschenen boekje Voor(t)gaan in verandering met interviews en een samenvatting van een werkconferentie over cultuursensitiviteit in de zorg. Uitspraken die vast niet alleen voor twee van de veertien deelnemers gelden.
‘Toppers’ van zorgorganisaties, brancheorganisaties, kenniscentra, grote steden en departementen spreken openhartig over hun kijk op diversiteit en dat geeft een aardig beeld vanuit verschillende invalshoeken en podia.
In een zorgorganisatie in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht maakt cultuursensitiviteit deel uit van het dagelijks leven en dat noodzaakt tot actie, al was het maar uit ‘eigen belang’. In een kenniscentrum of brancheorganisatie kun je er een ‘stokpaardje’ van maken of het ‘ergens stallen’ in de organisatie.
Goed dat de ministeries van SZW en VWS het initiatief hebben genomen om de opvattingen van bestuurders te bundelen en er over in gesprek te gaan. Zoals gezegd nemen de geïnterviewden geen blad voor de mond en wordt de urgentie de problematiek op te pakken breed gevoeld. Maar de samenvatting van de werkconferentie achterin het boek heeft toch in hoge mate het karakter van gelijkgestemden die lekker stampend de brug oversteken. Maar bij ‘voorgaan’ en ‘voortgaan’ hoort ook het elkaar kritisch bevragen over ieders rol en prestaties.
In verschillende interviews en in de conferentie onderstrepen de deelnemers het belang van werk voor integratie en participatie. Maar de bezuinigingen in de zorg kosten tienduizenden hun baan. Dat treft vooral de laag opgeleiden, omdat op huishoudelijke zorg en de zogenoemde lichte zorg het meest wordt gekort. Voor allochtonen geen . . . . lees meer op Skipr
De top van de gezondheidszorg in ons land is nog heel erg wit. Er zijn tal van handboeken, toolkits en instructies, maar toch vallen we vaak terug in cultuurdominante patronen. Aandacht voor diversiteit moet een onmisbaar onderdeel worden van leiderschap en professioneel handelen.
In opdracht van twee ministeries: SZW en VWS is een opmerkelijk boekje tot stand gekomen; Voor(t)gaan in verandering. In veertien interviews wordt ingegaan op de zorg voor oudere migranten. Vanuit ZonMw heb ik ook van harte aan dit boekje meegewerkt, omdat het helemaal past in het diversiteitsbeleid van onze organisatie. Al eerder ging Diana Monissen op Skipr.nl in op het gedachtegoed van het boekje. Ik zet de lijn graag voort.
Het boekje zegt te gaan over cultuursensitiviteit, maar hierachter zit bijna bij alle geïnterviewden een bredere kijk vanuit diversiteitsoptiek. Diversiteit gaat over alle verschillen tussen mensen: oud en jong, vrouw en man, migrant en autochtoon, homo en hetero. Het is een aspect van kwaliteit van zorg om hier ten opzichte van individuele hulpvragers adequaat mee om te gaan.
Als het in de zorgverlening een kwaliteitsvereiste is, dan is dat evenzeer het geval in het onderbouwend wetenschappelijk onderzoek. Zo horen we in onderzoeksprojecten na te gaan of de resultaten wel voldoende generaliseerbaar zijn naar de algemene, divers samengestelde bevolking. Het is evenwel makkelijker gezegd dan gedaan. Aandacht voor diversiteit gaat namelijk nog steeds niet vanzelf. Dat geldt ook voor onze eigen organisatie. Het vergt een continue investering. Hoe komt dat toch?
In het boekje zeg ik er het volgende over: “Dat cultuursensitieve zorg de afgelopen decennia onvoldoende van de grond is gekomen, is niet vanwege gebrek aan durf. Er zijn . . . . . lees meer op Skipr
Er zullen in 2025 waarschijnlijk meer dan een half miljoen oudere migranten zijn, een hele diverse en kwetsbare groep. Organisaties van migranten beschikken over een schat aan achtergrondinformatie.
De maatschappelijke positie van de oudere migranten is vaak verre van rooskleurig. Ze weten bovendien de weg naar zorg onvoldoende zelfstandig te vinden. Veel overheden en instellingen maken zich daar zorgen over, maar ze te weten niet hoe ze dit vraagstuk adequaat moeten aanpakken.
Met Voor(t)gaan in verandering ziet de Minister van Sociale en Werkgelegenheid de urgentie van dit probleem. Hij legt het, samen met het Ministerie van VWS, op een onorthodoxe manier op het bord waar het hoort. Twee deskundigen bevragen veertien belangrijke spelers in dit maatschappelijk veld om hun rol en positie te peilen als het gaat om de omslag te maken naar meer cultuursensitieve zorg.
Want daar gaat het om: hoe kunnen we passende zorg aanbieden aan een groeiende en diverse groep oudere migranten, die nauwelijks de weg weten te vinden en daarbij ook nog slecht kunnen communiceren.
In de zorg is goede communicatie zeer belangrijk om de juiste diagnose te kunnen stellen. Een beetje achtergrondinformatie helpt daarbij. Gelukkig wordt er steeds meer wetenschappelijk onderzoek gedaan bij veelvuldig voorkomende chronische aandoeningen onder migranten.
Er blijken belangrijke verschillen te bestaan in bijvoorbeeld dosering van medicijnen en toename van specifieke patiëntengroepen. Ook wordt er door de hechte samenwerking tussen de verschillende etnische groepen veel informatie uitgewisseld en expertise gedeeld om het bewustzijn van verandering ook aan die kant te bewerkstelligen. Het winnen van vertrouwen . . . . lees meer op Skipr
Bestuurders zijn de eersten die ervoor kunnen zorgen dat de ouderenzorg beter aansluit bij de culturele achtergrond van cliënten. Dat is één van de conclusies uit het boek ‘Voor(t)gaan in verandering, Duurzame organisaties in een dynamische, diverse samenleving’ dat onlangs verscheen.
De afgelopen anderhalf jaar interviewden Thijs Vink en Jan Booij in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid veertien beslissers in en rondom de ouderenzorg, waaronder Diana Monnissen, Eric van der Burg, Aad Koster en Henk Smid, Daarna nodigden ze de beslissers uit voor een gezamenlijke bestuursconferentie om conclusies te delen. “Op dit moment sluiten het hulpaanbod en de verwachtingen van oudere migranten soms niet goed op elkaar aan. Het kabinet vindt het van belang dat dit wordt verbeterd”, aldus minister Asscher en staatssecretaris Van Rijn in het voorwoord.
De beslissers menen bijna unaniem dat cultuursensitieve zorg aan ouderen bijdraagt aan participatie en burgerschap. Een voorbeeld: "Als mensen werken, integreren ze. Dus hoe meer mensen met een andere culturele achtergrond we aan de slag krijgen in de zorg, hoe meer we mensen een perspectief kunnen bieden - cliënten, familieleden die moeten meedenken, leveranciers die spullen afleveren, vrijwilligers -, hoe meer we werken aan participatie."
Punt is wel dat de noodzaak tot aansluiten bij een andere culturele achtergrond, nog niet dwingend is. "Er staat geen sanctie op als het proces niet goed (genoeg) of te traag verloopt. Bovendien hebben andere punten vaak prioriteit, en beheersen díe de agenda.
En dus is het volgens het boek nodig dat bestuurders en directeuren positie nemen en leiderschap tonen. "Daardoor ontstaat er veel meer ruimte voor allerlei initiatieven binnen die organisaties. Meegaan . . . . lees meer
Er waart een zorgwekkende gekte door ons land. Het adjectief ‘zwart’ werkt als rode lap. Zwarte Piet is niet langer welkom, een selfie van negen donkere voetballers van het Nederlands elftal brengt de sociale media op hol en het botert niet tussen PvdA en Turkse Nederlanders. Ook in de nu nog tamelijke ‘witte’ ouderenzorg groeien de multiculturele kwesties.
In dat tij vormt het boek Voor(t)gaan in Verandering een welkome tegenhanger. Vanuit de vraag of een moderne ‘cultuursensitieve’ zorg kan bijdragen aan integratie en burgerschap, interviewden Thijs Vink en Jan Booij veertien beslissers in en rondom de ouderenzorg. Zij willen zo bijdragen aan een voortgaand proces van bewustwording, gericht op een breder draagvlak en de realisatie van een kwalitatieve zorg voor en door iedereen.
Overigens heeft ook België een beweging voor cultuursensitieve zorg. Van daar ontleen ik de definitie: een veranderingsproces dat leidt tot een structurele verandering om de organisatiestructuur, de medewerkers, de clientèle en het aanbod af te stemmen op de multiculturele samenleving.
Het boek van Vink en Booij stelt voor de Nederlandse ouderenzorg een mooi hefboom in werking, met de ondersteuning van twee ministeries en het voorwoord van Lodewijk Asscher en Martin van Rijn. Het . . . . Lees meer op Skipr